Home bedrijfsopvolgingsregeling

Oppassen bij benutten van
bedrijfsopvolgingsregeling

Opvolgers die van plan zijn met gebruik van de bedrijfsopvolgingsregeling een bedrijf over te nemen waarvan de financiële positie niet sterk is, hebben een extra reden om zich achter de oren te krabben. Gaat het bedrijf binnen vijf jaar over de kop, dan kan de Belastingdienst alsnog een aanslag voor schenkbelasting opleggen.

Als het bestaan van een bedrijf door een slechte financiële positie of marktpositie aan een zijden draadje hangt, kan wellicht beter worden afgezien van een voorgenomen bedrijfsoverdracht met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze conclusie volgt uit recente rechtspraak waaruit bleek dat de Belastingdienst een aanslag schenkbelasting oplegde bij de bedrijfsopvolgers nadat het bedrijf enkele jaren na de overdracht failliet ging. De bedrijfsopvolgers hadden het bedrijf minder dan vijf jaar voortgezet.

Het voldoen aan deze termijn van vijf jaar is een harde wettelijke eis om definitief de voordelen te hebben van de bedrijfsopvolgingsregeling. Die regeling houdt in dat er een grote vrijstelling van schenkbelasting of erfbelasting van toepassing kan zijn bij de overdracht en voortzetting van een bedrijf. Omdat in de planten- en boomteeltsector er verhoudingsgewijs veel familiebedrijven zijn, lijkt het voor de hand liggend dat veel van deze bedrijven met toepassing van deze regeling door schenking binnen de familie worden overgedragen. Vaak zijn dit bedrijven met veel grond en grote investeringen, maar met een verhoudingsgewijs laag rendement. Om die reden dienen bedrijfsopvolgers in de planten- en boomteeltsector, maar ook hun adviseurs, op te letten bij de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling.

 

Going-concernwaarde

Volgens de bedrijfsopvolgingsregeling wordt de waarde van het bedrijf bepaald aan de hand van de zogenaamde going-concernwaarde. Bij deze waarderingsmethode wordt uitgegaan van de in de toekomst te verwachten bedrijfsopbrengsten. Voor landbouwbedrijven wordt daarbij uitgegaan van vaste kengetallen. Dat leidt er regelmatig toe dat de going-concernwaarde lager uitpakt dan de waarde in het economisch verkeer.

De toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling leidt dan tot fiscale voordelen op meerdere fronten. Voor de berekening van de schenkbelasting of erfbelasting wordt het verschil tussen de going-concernwaarde en de waarde in het economisch verkeer vrijgesteld. Vervolgens geldt voor een going-concernwaarde tot €1.071.987,– (bedrag 2018) een kwijtschelding van 100% van de schenk- of erfbelasting. Daarboven is de kwijtschelding 83% van de schenk- of erfbelasting.

Er moet uiteraard voldaan worden aan enkele wettelijke eisen zoals de eis dat gedurende vijf jaar na de overdracht de onderneming op dezelfde voet moet worden voortgezet. De toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling is geliefd vanwege deze voordelen.

Risico

Als het voortbestaan van een bedrijf vanwege een slechte financiële situatie zeer onzeker is, is het wellicht beter om af te zien van een schenking van dat bedrijf met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling. Als namelijk binnen vijf jaar na de overdracht het bedrijf beëindigd moet worden of door een faillissement niet kan worden voortgezet, is alsnog schenkbelasting verschuldigd. Deze wordt dan berekend over de waarde in het economisch verkeer en moet betaald worden door de bedrijfsopvolger. Juist in zo’n situatie is voor een dergelijke belastingclaim vaak geen geld.   <

Tekst: Franc Beekmans, Witlox VCS

Dit artikel is gepubliceerd in De Boomkwekerij 22, 2018: